Onvergunde stof aangetroffen in bedrijfsafvalwater Chemours
ALBLASSERDAM – De gemeente Alblasserdam meldt dat bij het bedrijf Chemours in Dordrecht de stof TFA (Trifluorazijnzuur) is aangetroffen in het afvalwater. “En daarvoor heeft Chemours geen vergunning. De provincie wil Chemours een last onder dwangsom opleggen. De gemeenten vinden de gang van zaken zorgwekkend en willen snel meer duidelijkheid. Als Chemours inderdaad een onvergunde stof loost, dan vinden wij dat onbegrijpelijk,” aldus de gemeente Alblasserdam woensdagmiddag 5 juli 2023 op haar website.
De provincie Zuid-Holland verleent de vergunning voor Chemours. Zij meten regelmatig de uitstoot en lozingen van Chemours. En controleren of die voldoen aan de vergunning. Op 15 mei is bij een meting de onvergunde stof trifluorazijnzuur (TFA) aangetroffen. Dit betreft een potentieel zeer zorgwekkende stof (pZZS). Dit zijn stoffen die nog niet met zekerheid als zeer zorgwekkend bestempeld zijn, maar wel extra in de gaten worden gehouden. De meting is aanleiding voor verder onderzoek om de situatie precies in kaart te brengen. Dat schrijft de gedeputeerde in een brief aan Provinciale Staten.

Handhaving
De provincie is nu een handhavingstraject gestart. Zij heeft bij Chemours een last onder dwangsom aangekondigd als het inderdaad een onvergunde lozing betreft. Dan moet de lozing per direct stoppen, anders volgt er een boete van € 125.000,- per overtreding. Volgens de wet heeft Chemours twee weken de tijd om te reageren op de bevindingen en de aangekondigde last onder dwangsom.

Zorgwekkend
De gemeenten vinden de gang van zaken zorgwekkend. Op de site van de gemeente Alblasserdam is te lezen: “Het is goed dat de provincie proactief handelt en direct actie onderneemt. Maar het roept de vraag op hoeveel stoffen geloosd of uitgestoten worden die niet op de radar staan. Als uit nader onderzoek blijkt dat er inderdaad sprake is van een onvergunde lozing, dan vinden de gemeenten dat onbegrijpelijk. Zeker dat dit pas aan het licht komt bij controles door de vergunningverlener. Dan is er bij het bedrijf sprake van een groot gebrek aan verantwoordelijkheid richting de omgeving. Iets waar wij hen meer dan eens op hebben aangesproken. We rekenen erop dat er heel snel duidelijkheid komt over deze situatie.”

Lees hier de brief van de provincie Zuid-Holland.

Aan Provinciale Staten
GS brief aan Provinciale Staten
Provinciehuis
Postbus 90602
2509 LP Den Haag
T 070 – 441 66 11
www.zuid-holland.nl
Datum
4 juli 2023
Ons kenmerk
DOS-2020-0007548
PZH-2023-836467948
Onderwerp:
Voornemen last onder dwangsom Chemours
Geachte Statenleden,
Met deze brief informeren wij u over een aantal zaken in verband met de dossiers Chemours en
PFAS. Hoewel een aantal zaken nog niet volledig is uitgekristalliseerd, informeren wij u op grond van
onze actieve informatieplicht nu al over de laatste stand van zaken.
Voornemen tot handhaving naar aanleiding van metingen DCMR
Als onderdeel van zijn meetprogramma heeft DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR) op 15 mei 2023
bij Chemours een watermonster genomen bij het monsternamepunt van de indirecte lozing van
bedrijfsafvalwater. In opdracht van DCMR heeft een onafhankelijk laboratorium het watermonster
geanalyseerd en gerapporteerd dat de gemeten concentraties van de vergunde stoffen binnen de
vergunde grenzen blijven.
Op verzoek van DCMR is ook onderzocht of er onvergunde stoffen aanwezig zijn in het afvalwater.
Daarbij is de aanwezigheid van de onvergunde stof trifluorazijnzuur (TFA) vastgesteld. Volgens het
laboratorium bevatte het genomen monster 84 microgram/liter TFA. Dit betreft een potentieel zeer
zorgwekkende stof (pZZS).
Wij zijn van mening dat het Chemours op basis van de huidige vergunning niet is toegestaan deze stof
te lozen en zijn daarom een handhavingstraject gestart. Op 29 juni jl. heeft DCMR namens
Gedeputeerde Staten (GS) een voorgenomen besluit gestuurd aan Chemours met onze bevindingen
en een aankondiging van een last onder dwangsom van € 125.000 per overtreding.
Op basis van de Algemene wet bestuursrecht hebben wij Chemours twee weken de tijd gegeven om
een zienswijze te geven op onze constatering en ons voornemen tot het opleggen van een last onder
dwangsom. Een zienswijze van Chemours zal worden meegenomen bij het definitieve besluit dat
DCMR na afloop van de zienswijzetermijn zal nemen.
Zoals eerder met u gedeeld, maakt DCMR bij de uitvoering van toezicht zowel gebruik van eigen
metingen en analyses als van metingen en registraties van de onder toezicht staande bedrijven.
DCMR beoordeelt de metingen en controleert of deze op de juiste manier zijn uitgevoerd. Op deze
wijze wordt een betrouwbaar en representatief beeld verkregen van de emissies en kan worden
vastgesteld of bedrijven opereren binnen de aan hen vergunde grenzen.

PFAS in bodem en oppervlaktewater
Recent is in de Zembla uitzending van 15 juni jl. opnieuw aandacht gevraagd voor de
bodemverontreiniging op en in de directe omgeving van de locatie van Chemours. Het betreft een
sinds eind vorige eeuw bekende historische bodemverontreiniging waarvoor eind jaren ’90 een
geohydrologisch beheersysteem (GBS) is geïnstalleerd om verdere verspreiding tegen te gaan. Met
regelmatige analyses van het grondwater rondom de verontreiniging wordt de werking van het GBS
gemonitord. De gemeente Dordrecht is hiervoor vanuit de Wet bodembescherming bevoegd gezag.
Uit eerder gepubliceerde onderzoeksrapporten, zoals van het RIVM (20181 en 20222), Waterschap
Rivierenland3 en Arcadis4 is bekend dat de bodem en oppervlaktewater in de directe omgeving van
Chemours, mede door atmosferische depositie, verontreinigd is geraakt met vooral PFOA dat vanaf
de jaren ’60 tot 2012 door Chemours is gebruikt en geëmitteerd.
De door het RIVM afgeleide risicogrenswaarden voor PFOA, PFOS en HFPO-DA in oppervlaktewater
zijn in 2022 aanzienlijk verlaagd. De risicogrenswaarden zijn niet vastgelegd in wetgeving en zijn geen
formele normen. Deze risicogrenswaarden geven aan hoeveel PFAS in het water mag zitten, zodat
mensen daar hun hele leven lang veilig vis uit kunnen eten. Op plaatsen waar deze
risicogrenswaarden worden overschreden, is eerder het advies gegeven om geen in het gebied
gevangen vis te eten.
Het RIVM heeft in opdracht van Waterschap Rivierenland in 2020 onderzoek gedaan naar PFAS in vis
en zwemwater5. Het RIVM heeft toen geconcludeerd dat op die locaties geen gezondheidsrisico’s als
gevolg van zwemmen verwacht worden. Een advies voor PFAS in zwemwater gebaseerd op de
nieuwe, in 2022 door het RIVM berekende, risicogrenswaarden ontbreekt tot nu toe. Om toch
antwoord te kunnen geven op de vraag of het veilig is om te zwemmen in de daarvoor aangewezen
zwemwaterlocaties in het gebied en de bewoners meer duidelijkheid te kunnen geven, hebben wij
het RIVM om een nieuw advies gevraagd.
Besluit ILT vergunnen internationaal afvaltransport PFAS-verdacht afval
Op 2 november 2022 bent u geïnformeerd dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft
laten weten voornemens te zijn 34 actieve vergunningen in te trekken voor het transport van PFAS-
houdend afvalstoffen vanuit Nederland naar het bedrijf Indaver in België. Dit besluit had onder meer
betrekking op de afvaltransporten vanuit Chemours waaronder de afvoer van actiefkool uit de
waterzuivering.
Op 23 juni jl. heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de Kamer per brief
geïnformeerd dat de ILT op grond van nader onderzoek concludeert dat er geen reden meer is om
deze transporten tegen te houden. Overigens heeft de voorzieningenrechter van de Raad van State

de intrekkingsbesluiten op 13 januari 2023 geschorst en is het exportverbod daardoor in de praktijk
niet toegepast. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar de brief van de staatssecretaris.6
Beantwoording Kamervragen aansprakelijkheid
Op 28 juni 2023 hebben de minister en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Kamervragen beantwoord over het aansprakelijk stellen van bedrijven voor schade door PFAS-
vervuiling. Omdat deze vragen over hetzelfde onderwerp gaan als uw schriftelijke vragen 3962, delen
wij de beantwoording met u, zie de bijlage bij deze brief.
Tot slot
De risico’s van PFAS staan volop in de belangstelling. Door onderzoek weten we de laatste jaren
steeds meer over de schadelijkheid en de wijde verspreiding van PFAS. Het komt voor in producten
die we dagelijks gebruiken, het milieu en in ons voedsel. Daarom is het belangrijk de productie en het
gebruik van PFAS aan banden te leggen en emissies naar water, lucht en bodem zoveel mogelijk te
beperken. Waar PFAS al in ons leefmilieu aanwezig is, moeten we de verspreiding voorkomen.
Sinds 2012 wordt PFOA niet meer gebruikt door Chemours. Echter omdat de stof niet of nauwelijks
afbreekt, kan deze nog lang aanwezig blijven in water en bodem. Om herhaling hiervan te voorkomen
zijn ons beleid en inspanningen erop gericht om uit voorzorg ook de emissies te minimaliseren van
stoffen waar zorgen over bestaan, maar die nog niet zijn aangewezen als zeer zorgwekkende stof
(ZZS). Op basis van ons beleid voor potentieel zeer zorgwekkende stoffen (pZZS) behandelen wij deze
stoffen bij vergunningverlening alsof het ZZS zijn, om daarmee de emissies zoveel mogelijk tot nul te
reduceren of verregaand te minimaliseren.
Bij de toepassing van ons pZZS-beleid ervaren wij echter geregeld juridische beperkingen voor onze
besluiten. Zo heeft de rechtbank Den Haag in haar uitspraak van 16 maart 2023 het beroep van
Chemours tegen een op het pZZS-beleid gebaseerd vergunningbesluit gegrond verklaard. U bent
hierover op 17 en 28 maart 2023 geïnformeerd (PZH-2023-829360471 / PZH-2023-829804956). Als
de lijn van de rechtbank moet worden gevolgd, dan is er slechts beperkt ruimte voor het bevoegd
gezag om uit voorzorg in te grijpen in vergunde situaties. Mede daarom hebben GS vanuit de zorg
voor onze inwoners ervoor gekozen hoger beroep in te stellen.
Een effectieve uitvoering van ons pZZS-beleid vraagt naar ons inzicht om aanpassing van landelijke
wet- en regelgeving. Gezamenlijk met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat willen wij de
mogelijkheden daartoe onderzoeken om te komen tot oplossingen.
Wij vertrouwen erop u hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd en blijven u
uiteraard op de hoogte houden van de relevante ontwikkelingen.

Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
secretaris,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
voorzitter,
drs. J. Smit

Deel dit bericht via...