ALBLASSERDAM – Een 19-jarige man uit Alblasserdam is woensdag 13 juni door de rechtbank van Dordrecht veroordeeld tot een werkstraf van 118 uur. Als de Damdorper binnen twee jaar nogmaals in de fout gaat, krijgt hij bovenop de gangbare straf een maand extra gevangenisstraf. De straf die de rechtbank oplegde, viel door een fout en door de persoonlijke omstandigheden lager uit dan de straf die er normaal gesproken gegeven zou worden voor de feiten. W.H. heeft zich volgens het openbaar ministerie en de rechtbank schuldig gemaakt aan een zestal strafbare feiten.

Vier van de zes feiten waar H. voor is veroordeeld hadden te maken met een conflict met de 16-jarige W. van S. uit Nieuw-Lekkerland. “Hij heeft pestgedrag. Het is zijn eigen domme schuld dat ‘ie zo wordt aangepakt,”  vertelde de Alblasserdammer woensdag. H. bedreigde de Nieuw-Lekkerlander in juli 2011 per pingbericht, later bedreigde hij hem nogmaals en schreef: “Als je de aangifte niet intrekt, ben je van mij”. Op 15 augustus 2011 mishandelde H. diezelfde Nieuw-Lekkerlander in de C1000 in het Lekdorp en drie dagen later gooide hij een steen door de achterruit van Van S.. Volgens de rechter lijkt het er op dat H. voor eigen recht speelt. “Wij zijn er voor om dit soort zaken op te lossen. Je kunt niet zomaar het recht in eigen hand nemen.” stelde de rechter.

Balletjespistolen
De andere twee strafbare feiten die door W. H. werden gepleegd zijn het gooien van parasolstokken vanaf een flat op een geparkeerde auto en het in bezit zijn van twee balletjespistolen, die volgens de rechter ‘verdomd veel’ op echte pistolen leken. “Ik had die dingen op de Paardenmarkt in Alblasserdam gekocht,” verklaarde H.

Mazzel’
In 2010 kreeg de Alblasserdammer een werkstraf opgelegd door de kinderrechter voor heling en voor vernieling. Daarbij werd een voorwaardelijke straf opgelegd. In principe had H. die woensdag opgelegd moeten krijgen, maar doordat er door een fout geen advocaat aanwezig was, werd de jongeman gematst. De officier trok namelijk, om een langduriger proces te voorkomen, de vordering in. “U heeft dus mazzel,” concludeerde de rechter.

“Ouwer worden”
Wel vond de officier van justitie samen met de rechter dat er een straf moest volgen. “Wat moeten we doen om meneer H. weer op het rechte pad te krijgen?,” vroeg de rechter. Volgens H. zelf is daar niet veel meer voor nodig: “Ouwer worden helpt. Het gaat tegenwoordig stukken beter en ik heb sinds kort een baan. Maandag mag ik aan de slag op een duwboot en heb ik dus geen tijd meer om op straat te hangen.”

Straf
Zowel de rechter als het openbaar ministerie waren van oordeel dat een gevangenisstraf passend zou zijn, maar omdat H. net op de goede weg lijkt te zitten, een baan heeft en alles eerlijk bekend heeft eiste het OM een werkstraf van 120 uur. “Ik wil namelijk zijn leven niet vergallen, nu het juist goed lijkt te gaan.” De rechter was dezelfde mening toegedaan en zei: “Ik zie veel positieve dingen en ik vind het belangrijk dat u werk heeft en houdt en leg u daarom een werkstraf van 120 uur, min twee uur voorarrest, op. Om te voorkomen dat u nogmaals in de fout gaat, krijgt een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, met een proeftijd van twee jaar. Daarbij wil ik dat u, als de reclassering dit vraagt, meewerkt aan een IQ-test.”

Niet in beroep
H. kon zich vinden in de opgelegde staf, beloofde beterschap en gaat niet in hoger beroep. Ook het openbaar ministerie gaat niet in beroep, wat inhoudt dat het vonnis onherroepelijk is.

Deel dit bericht via...