ALBLASSERDAM – Een 22-jarige man uit Alblasserdam is door de Dordtse politierechter veroordeeld tot een taakstraf van zestig uur voor het medeplegen van vernielingen van auto’s op de Dam in Alblasserdam. Daarnaast moet de man 4250 euro schadevergoeding betalen aan de eigenaar van één van de voertuigen. De advocaat van de Alblasserdammer had gevraagd om de zaak aan te houden, omdat zijn cliënt de drie namen ging noemen van de jongens die volgens hem wél schuldig waren aan de vernieling.

Het was in de nacht van vrijdag 10 op zaterdag 11 maart 2017 urenlang onrustig op de Dam in Alblasserdam, nadat in twee uitgaansgelegenheden vechtpartijen waren uitgebroken. Over en weer vielen er rake klappen. Meerdere mensen raakten gewond. Minstens één persoon raakte dusdanig gewond, dat hij in het ziekenhuis moest worden behandeld. Daarnaast werden auto’s bekogeld met voorwerpen, waardoor er minstens drie ruiten sneuvelden. Agenten kwamen met tien politievoertuigen met spoed ter plaatse om de boel te sussen. Omdat er volgens één van de melders een vuurwapen was gezien, droegen agenten zware vesten. Later op de avond werd op de parkeerplaats bij het Zuiderstek inderdaad een vuurwapengelijkend voorwerp aangetroffen. Het wapen werd door de politie veiliggesteld.

Namen noemen
Bij de start van de rechtszitting tegen de 22-jarige Damdorper deed de raadsman van de verdachte een verzoek. “Ik wil u graag verzoeken de zaak aan te houden. Mijn cliënt zegt: ‘ik heb dit niet gedaan, maar ik wil wel drie namen van degenen die het wel hebben gedaan.’ Die keuze was voor hem psychisch heel zwaar.” De rechter liet de man de namen van de drie betrokken jongens noemen, maar besloot dat de zitting gewoon voortgezet kon worden en dat nog meer onderzoek niet nodig was. Dit had er onder meer te maken het feit dat de namen al voorkwamen in de dossiers.

Pistool
In de nacht van vrijdag 10 op zaterdag 11 maart 2017 ontstond er gedoe in een horecagelegenheid. Er werd gevochten en buiten ging het verder. Toen een jongen uit Bleskensgraaf een pistool pakte, greep de Alblasserdamse verdachte in. Hij pakte het wapen af en gaf het aan een vriend die het weggooide. De Alblasserdammer liep vervolgens naar één van de auto’s en vroeg van wie het wapen was. Niet veel later werden van één van de auto’s de ruiten ingeslagen.

Slachtoffer / dader
Het slachtoffer van deze vernielingen, een jongeman uit Bleskensgraaf, was bij de zitting aanwezig. Hij diende een vordering van 4250 euro in voor de ontstane schade. Voor het bezit van het wapen, werd hij een aantal maanden geleden al veroordeeld tot een taakstraf van 100 uur. “Mijn auto is kapot geslagen. Dat was een heel beangstigende beleving. Verder heb ik nog steeds last van mijn rug,” vertelde de Bleskensgraver.

Eis
De officier van justitie eiste een taakstraf van zestig uur. “Ik vind het wel heel makkelijk om na anderhalf jaar met namen te komen en ik vind dat er voldoende bewijs is om te stellen dat verdachte wel schuldig is aan de vernieling. Behalve een taakstraf, eis ik dat meneer de schade aan de auto gaat betalen.”

Eindelijk
De advocaat van de man benadrukte nog eens het belang van het noemen van de namen van de daders. “Sommige mensen komen jaren later nog met een verklaring. Mijn cliënt is eindelijk in staat om het nu te vertellen. Dat doet hij niet zomaar.”

Uitspraak
De rechter deed direct uitspraak en veroordeelde de verdachte, maar niet voor hetgeen primair ten laste werd gelegd. “Dat u degene bent geweest die hebt staan slaan en trappen tegen de auto, kan ik niet uit het dossier afleiden. Maar bij openlijk geweld speelt er meer en als ik naar uw rol kijk, zie ik dat u zich hebt meebewogen met de groep terwijl er een ruzie gaande was. Dat u vervolgens een pistool uit iemand handen weet te ontfutselen. Dat is ook niet heel zachtaardig gegaan. En met dat wapen in de hand naar de auto toegaat. Daar zijn veel mensen aanwezig en daar is onrust. Daar trekt u een deur open en zegt u: ‘van wie is dit wapen’. De handelingen die anderen plegen in die groep, worden aan iedereen en dus ook aan u toegerekend. Dat betekent dat ik vind dat u schuldig bent aan het openlijk in vereniging plegen van geweld. Ik ga u een taakstraf van zestig uur opleggen. Omdat u al drie dagen hiervoor heeft vastgezeten, gaat er zes uur van deze straf af. De vordering van de benadeelde partij wijs ik toe. Die schade moet u gaan vergoeden. Meneer had ook nog een vergoeding van 250 euro gevraagd voor de immateriële schade (smartengeld), maar die vordering wijs ik af, omdat het in dit geval gaat om geweld tegen goederen en niet tegen personen.”

Het Openbaar Ministerie en de verdachte hebben inmiddels afstand gedaan van de zaak en daarmee is het vonnis definitief.

Deel dit bericht via...