ALBLASSERDAM – Een 30-jarige man uit Alblasserdam is maandag 20 augustus 2018 door de Dordtse politierechter veroordeeld voor het medeplegen van een diefstal van een kettingzaag in Alblasserdam. Dit tot groot ongenoegen van de verdachte zelf. “Ik word weer onterecht behandeld. Ik heb totaal niets met deze viezigheid te maken. Ik ga in hoger beroep,” zo liet de man weten. Anderhalve week geleden kreeg een 31-jarige medeverdachte ook een werkstraf van veertig uur.

De 30-jarige Alblasserdammer, die maandag terecht stond, werd op 16 juni van dit jaar met nog twee dorpsgenoten aangehouden op de De Savornin Lohmanweg. De politie zette daarbij een politiehelikopter in. De politie kreeg die nacht rond 04.00 uur een melding vanuit de Van Oldenbarneveltstraat in Alblasserdam dat er mogelijk werd ingebroken. De melder zag een aantal personen in zijn achtertuin en hoorde breekgeluiden. Terwijl agenten met auto’s naar de betreffende locatie in het Damdorp reden, bleek ook de luchtvaartpolitie met de helikopter boven het dorp aanwezig te zijn. Vanuit de helikopter werd gezien hoe een personenauto wegreed en werd geparkeerd bij de De Savornin Lohmanweg.

Kettingzaag
Agenten op de grond gingen naar de parkeerplaats en zagen daar inderdaad het voertuig, met daarin mannen van 27, 30 en 31 jaar oud uit Alblasserdam. Ook troffen zij in het voertuig een kettingzaag aan. Uit onderzoek bleek dat deze kettingzaag net was weggenomen uit een schuur aan de Van Oldenbarneveltstraat. De drie verdachten werden aangehouden.

Getuige
Anderhalve week geleden werd de eerste verdachte veroordeeld. De zaak tegen de derde verdachte is wegens gebrek aan bewijs geseponeerd. Maandag mocht de tweede verdachte zijn verhaal doen. De man vertelde dat hij die nacht wilde kijken hoe het met een vriend van hem was. Hij kreeg de man telefonisch al een tijd niet te pakken en hij kreeg nog geld van hem. De man zou alleen op het raam getikt hebben. Als getuige had de verdachte het slachtoffer meegenomen naar de rechtbank. Het slachtoffer mocht onder ede verklaren wat hij die bewuste nacht in juni had gezien en gehoord. De 28-jarige vertelde dat hij drie mensen bij zijn tuin had gezien en dat er een tuindeur en kastdeur in de tuin openstond. Verder zei hij dat inmiddels alles weer goed is tussen hem en de verdachte.

Niets mee te maken
De verdachte benadrukte vervolgens nogmaals dat hij niets met de diefstal te maken had: “Ik het niets met deze viezigheid te maken. Wat moet ik met een kettingzaag? Die andere jongen had hem gevonden en heeft hem gepakt. Ik heb niets met die zaag te maken.” Tijdens de behandeling vertelde de Damdorper dat hij vijf jaar geleden al eens onterecht is veroordeeld en dat hij daardoor geen werk, geen inkomen en geen uitkering heeft.

Gelijke monniken
De officier van justitie, die anderhalve week geleden ook de straf tegen de medeverdachte eiste, vond dat de verdachte schuldig was. “Wie die zaag precies heeft vastgehouden, maakt niet uit. Er was gedoe over 140 euro die verdachte nog van het slachtoffer zou krijgen. De verdachten werden even verderop met zijn drieën in een auto aangetroffen. Ik eis ook tegen deze verdachte veertig uur werkstraf, want ‘gelijke monniken, gelijke kappen’.

Uitspraak
De rechter deed direct uitspraak en vond dat de Alblasserdammer, ondanks zijn stellige ontkenningen, toch schuldig is. De rechter vonniste: “De vraag die ik moet beantwoorden is of u gedaan heeft, wat u verweten wordt. Namelijk: het samen met iemand anders stelen van een zaagmachine. Ik vind dat dit wettig en overtuigend bewezen is. Ik realiseer me dat u het daar niet mee eens bent en zal u daarom vertellen waarom ik dit vind. U staat midden in de nacht in een tuin, samen met in ieder geval nog iemand en waarschijnlijk nog een derde persoon. En het slachtoffer heeft ook drie personen gezien. Hij zegt dat er één persoon bij het poortje stond en dat er twee personen bij de kast stonden waar de zaagmachine is weggenomen. U zegt dat u op het raam heeft getikt en u stond dus op dat moment niet bij het poortje. Als we dan naar de verklaringen kijken zien we dat u en de medeverdachten naar elkaar wijzen als dader. De derde persoon die erbij was, wordt door u beiden in de luwte gehouden. Hij was het in ieder geval niet. En die derde persoon verklaart dat u bij de buitenkast stond en dat u ook een motief had, want u had geld nodig. U was daar dus samen met die andere meneer. U hebt, midden in de nacht, samen met die ander, de zaag meegenomen. En wie het dan is die die zaag vastpakt, maakt mij niet eens uit. U heeft dat samen gedaan en daar bent u strafbaar voor. Ik vind de eis van het Openbaar Ministerie een reële eis. Dat betekent dat ik u een taakstraf van veertig uur op ga leggen.”

Hoger beroep
De verdachte meldde direct dat hij in hoger beroep gaat tegen de uitspraak. “Ik ga mijn advocaat bellen. Ik word weer onterecht behandeld en ga zeker in hoger beroep,” aldus de dertiger.

Deel dit bericht via...