vuist-hand-huiselijk-geweldALBLASSERDAM – Justitie verdenkt een 23-jarige Alblasserdammer er van dat hij zijn vriendin bijna drie maanden lang ernstig heeft mishandeld. “U stompte met uw vuisten in haar gezicht, toen zij tegen uw wil een sigaret op had gestoken. Bij een volgende ruzie in Nieuw-Lekkerland kneep u haar keel dicht en sloeg u haar een blauw oog. De vader van het slachtoffer hoorde dat zijn dochter gorgelende geluiden maakte en benauwd riep: niet doen, niet doen,” zo hield de officier van justitie de Damdorper deze week in de Dordtse rechtbank voor.

Mishandeling
In eerste instantie beschuldigde het Openbaar Ministerie (OM) R. S. er van dat hij geprobeerd heeft zijn vriendin, met wie hij een zoontje heeft, van het leven te beroven. Later zwakte de openbaar aanklager deze beschuldiging af naar ‘mishandeling’.

Vreemdgaan
De mishandelingen zouden plaatsgevonden hebben tussen 29 augustus 2014 en 19 november 2014. Dit gebeurde volgens het OM onder meer bij de verdachte thuis in Alblasserdam en bij zijn vriendin in Nieuw-Lekkerland. Verder kwamen er meldingen van getuigen binnen vanaf de parkeerplaats achter het zwembad in Nieuw-Lekkerland, vanuit het Alblasserbos, vanuit de Lekkerlandse Albert Heijn en vanaf de Kortlandse Brug. Reden voor het slaan en schoppen waren volgens het OM onder meer vreemdgaan en ongewenst roken.

Extra make-up
Vriendinnen van het slachtoffer vertelden dat de vrouw regelmatig tot bloedens toe in elkaar werd geslagen. “Daarom droeg ze soms wat extra make-up, zodat het niet te veel zou opvallen,” verklaarde een vriendin van de Nieuw-Lekkerlandse.

Foute keuzes
“Ik geef toe dat ik foute keuzes heb gemaakt, maar ik heb haar keel niet dichtgeknepen. Ik pakte haar alleen bij haar wangen beet. Dat leek misschien van een afstand op haar keel dichtknijpen. Verder heb ik haar niet gestompt. Wel sloeg ik haar met de platte hand in het gezicht. Ik heb haar nooit zien bloeden,” vertelde S. tegenover de meervoudige kamer van de rechtbank in Dordrecht.

Bloed
Eén van de rechter vroeg hierop: “Hoe kan het zijn dat mevrouw dan toch met bloed op haar gezicht liep, een dik oor had en een blauw oog heeft opgelopen? Dat kan toch niet van alleen een vlakke hand zijn? Is er dan nog iemand geweest die mevrouw heeft geslagen?” S. antwoordde: “Dat weet ik niet en zoals ik al zei: ik heb nooit bloed bij haar gezien, nadat ik haar had geslagen.” Over de frequentie zei de Alblasserdammer: “Ik denk dat ik haar twee of drie keer wat heb aangedaan. Zo zit het in mijn hoofd, maar in werkelijkheid zou dat meer kunnen zijn.”

Man in elkaar geslagen
Behalve van mishandeling van zijn vriendin, wordt de twintiger er van verdacht dat hij op 7 oktober 2014, samen met een vriend, een man in Dordrecht in elkaar heeft geslagen. “Het slachtoffer vertelde bij de politie dat hij op zijn kaak en neus werd geslagen. Hij vermoedde dat het om u ging, omdat hij een korte relatie met uw vriendin gehad zou hebben,” hield een rechter voor. S. reageerde met: “Ik was op dat moment in Eindhoven dus kan dat niet gedaan hebben.” De officier van justitie zei daarop: “Hoe kan het dan dat het slachtoffer het kenteken van uw auto opgeeft en een getuige een kenteken opgeeft dat grotendeels overeenkomt met uw auto? Bovendien wordt er een signalement gegeven, waar u goed in past en tot slot droeg u toen u bij de politie werd verhoord precies zo’n trainingspak als was opgegeven in het signalement.” De verdachte benadrukte nogmaals dat hij onschuldig was en dat het toeval geweest moet zijn.

Beroep me op mijn zwijgrecht
Tot slot behandelde de rechtbank de laatste beschuldiging aan het adres van S. Hij zou namelijk op 11 januari 2015 nog een vrouw hebben mishandeld. “U heeft deze vrouw in haar woning tegen de kast gedrukt en op de grond gegooid. Vervolgens heeft u haar hard met uw vuisten geslagen en haar keel dichtgeknepen. Verder heeft u, volgens het slachtoffer een pot met shag en een sigarettenmaker meegenomen. En zou u haar telefoon kapot hebben gegooid,” stelde de officier van justitie. S. ging inhoudelijk niet op deze aantijgingen in. Hij zei: “Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.”

Verminderd toerekeningsvatbaar
De verdachte is inmiddels onderzocht door een psycholoog. Die stelt dat S. verminderd toerekeningsvatbaar is en dat als de situatie niet verandert, de kans op herhaling groot is. Onverwerkt verdriet uit zijn jeugd zou de belangrijkste reden zijn voor de mishandelingen. “Mijn cliënt is thuis op jonge leeftijd geconfronteerd met huiselijk geweld. Hij vindt het verschrikkelijk dat hij nu in praktijk heeft gebracht, wat zijn vader heeft gedaan. Hij schaamt zich hier diep voor,” lichtte de advocaat van S. toe.

Eis
Het OM eist voor de feiten, die wat de officier van justitie bewezen verklaren kunnen worden, een gevangenisstraf van ruim 200 dagen, een voorwaardelijke celstraf van dertig dagen en verplicht contact en medewerking met de reclassering, zodat er een gedragsveranderende behandeling mogelijk is. Voor de vermeende diefstal en vernieling van spullen en de pogingen om iemand van het leven te beroven, vroeg het OM vrijspraak, omdat er voor die feiten onvoldoende bewijs zou zijn.

Vrije voeten
Omdat S. al ruim 200 dagen in voorarrest zat, pleitte zijn advocaat er voor om de voorlopige hechtenis direct op te heffen. De rechtbank gaf daar, na een kort overleg in de raadkamer, gehoor aan. Dat betekent dat S. inmiddels op vrije voeten is en zijn vonnis in vrijheid mag afwachten. Als de rechtbank meegaat met de eis van het Openbaar Ministerie, hoeft de man niet meer terug naar de cel.

Spijt
Tijdens het laatste woord vertelde S. dat hij de afgelopen tijd veel heeft nagedacht: “De detentie heeft me aan het denken gezet. Ik heb meer dan spijt van wat ik tegen de moeder van mijn kind heb gedaan. Ik hou nog steeds van haar. Ik wil een goede vader zijn en sta daarom open voor alle hulp die me wordt geboden. Ik heb er alles voor over om deel uit te maken van de jeugd van mijn zoontje en ben meer dan gemotiveerd om te werken aan mezelf.”

Uitspraak
De rechtbank doet op 13 augustus om 13.00 uur uitspraak.

vuist-hand-huiselijk-geweld

Deel dit bericht via...